Amsterdamse koggetjes zijn knapperige, platte koekjes. Ze hebben stukjes harde karamel. Hoe zijn ze ontstaan? Het verhaal gaat dat in de jaren 30 een wedstrijd is gehouden onder Amsterdamse banketbakkers. Ter promotie is de stad op zoek naar een lokaal koekje. De Amsterdamse koggetjes komen als winnaar uit de bus. Ze zijn vernoemd naar het koggeschip, een handelsschip van vroeger. Je ziet ‘m ook terug in het oude gemeentewapen van de stad.

Recept Amsterdamse koggetjes 

Karamel

• 100 gram kristalsuiker
• 1 eetlepel water

Koekjes

• 135 gram witte basterdsuiker
• 150 gram boter
• 150 gram Zeeuwse bloem
• 0,5 ei

Benodigdheden

• Foodprocessor of staafmixer met opzetbakje
• Spuitzak

Bereiding

Maak de karamel

• Bekleed een bakplaat met bakpapier
• Doe de suiker en het water in een steelpan.
• Breng dit aan de kook en beweeg de pan tot de suiker is opgelost. Gebruik hiervoor geen spatel of ander hulpmiddel, maar ‘wals’ met de pan.
• Stop met roeren zodra het kookt. Laat karamelliseren tot het goudbruin kleurt.
• Haal de pan van het vuur. Giet de karamel op de met bakpapier beklede bakplaat en laat afkoelen.
• Maal de karamel in een foodprocessor. Doe dit maar kort, het moet niet té fijn worden. 

Maak de koekjes

• Verwarm de oven tot 160 graden. 
• Bekleed een bakplaat met bakpapier.
• Mix de boter zacht.
• Doe hier het ei en de witte basterdsuiker bij. Meng dit tot een glad mengsel.
• Voeg de bloem in delen toe en meng kort door. 
• Voeg de stukjes karamel toe aan het beslag en meng kort.
• Doe het beslag in een spuitzak en spuit platte bolletjes op de bakplaat. Maak ze niet te groot en zorg voor voldoende tussenruimte, want ze lopen uit in de oven.
• Bak de koggetjes 16 tot 18 minuten in de oven. Laat goed afkoelen.

Zin in meer klassieke koekjes? Bekijk deze recepten.

Hollandse koekjes