Bakgereedschap

• Deeghaak
• Deegroller
• Kwastje
• Bakplaat, bekleed met bakpapier

Voorbereiding voor koffiebroodjes

• Verwarm de oven tijdens het rijzen van het deeg tot 240 graden.

Deeg (14 stuks)

• Doe het tarwebloem, de gist en basterdsuiker in de kom van de machine.
• Laat de machine op de laagste snelheid draaien en voeg bijna al het water toe. Laat rustig mengen, ongeveer 2 minuten.
• Zet de machine in een hogere draaisnelheid, zo’n 5 minuten; het deeg is voldoende gekneed als je er een vliesje van kunt vormen.
• Laat het deeg 15 minuten rusten in de machine.
• Meng het zout, de citroenrasp, boter, margarine en het ei goed door het deeg. Als het deeg nog wat stijf aanvoelt, kun je eventueel nog de rest van het water toevoegen.
• Bol het deeg op en laat het nog zo’n 15 minuten rijzen.
• Druk voorzichtig de lucht uit het deeg. Hierdoor ontstaat ruwweg een langwerpige vorm met spitse uiteinden. Vouw deze uiteinden naar het midden van de plak, waardoor een min of meer rechthoekige vorm ontstaat; dat maakt het straks gemakkelijker om een gelijkmatige rechthoek uit te rollen. Laat het deeg zo nog 15 minuten rusten.
• Rol het deeg uit tot een gelijkmatige rechthoekige plak van 5 mm dik.
• Smeer de deegplak in met banketbakkersroom; laat over de lengte een rand van ca. 2 cm vrij. Bestrooi de banketbakkersroom met de rozijnen.
• Bestrijk de vrij gebleven rand van het deeg met water.
• Rol het deegstuk over de lengte op tot een lange pil.
• Snijd gelijke plakken van de pil en leg ze plat op de bakplaat. Laat 30-40 minuten narijzen.
• Bakken op 240 °C, ongeveer 10 minuten.

Afwerking van de koffiebroodjes

• Verwarm wat abrikozenjam in een pannetje. Neem de pan van het vuur en breng de jam met een kwastje aan op de rozijnenbroodjes.
• Verwarm de fondant in een pannetje en roer glad; voeg eventueel een beetje water toe om de fondant wat af te slappen. Glaceer de koffiebroodjes met de fondant.
• Bestrooi eventueel nog met wat amandelschaafsel.